Position Paper by the Transnational Radical Party and There Is No Peace Without Justice - Peace With Justice International, to the United Nations Preparatory Committee on the Establishment of an International Criminal Court
EEN VOORSTEL TOT SAMENWERKING EN JURIDISCHE BIJSTAND
Het probleem verbonden aan de doeltreffendheid van het ICC is zonder twijfel een van de voornaamste kwesties die het Voorbereidend Comité moet behandelen. Ten aanzien van dergelijk belangrijk onderwerp is het onontbeerlijk de vraag naar samenwerking tussen de Staat en de ICC voortdurend in gedachten te houden.
Als de ICC rechtsbevoegdheid en nationale rechtsbevoegdheden op een weegschaal gelegd worden, moet volgens ons de schaal van de eerste doorwegen; op dezelfde manier mag geen discretionaire macht aan de afzonderlijke Staten overgelaten worden in hun beslissing tot wel of geen samenwerking en wanneer.
Het ICC Statuut zou op expliciete en afdoende wijze moeten voorzien in de verschillende samenwerkingsmechanismen die van tijd tot tijd en volgens de verschillende gevallen in werking zullen worden gesteld.
Wat houden dergelijke mechanismen in?
1. De punctuele bepaling van nieuwe wetgevende en administratieve maatregelen noodzakelijk voor de doeltreffendheid van de Statuutsvoorzieningen en de aanpassing van de reeds bestaande.
2. Het punctuele treffen van maatregelen, met nationale veiligheid en rechtslichamen, noodzakelijk voor de uitvoering van de ICC voorzieningen.
3. De automatische bekendmaking van de gerechtelijke uitspraken.
Het ontwerpstatuut geeft nog geen gevolg aan gevallen van non-activiteit van de betrokken nationale autoriteiten. Dit vormt volgens ons een ander kritisch punt waarbij we moeten halthouden en maakt het noodzakelijk twee alternatieven voor te stellen:
(a) een substitutiemechanisme om tijdelijk de nationale autoriteiten door een supranationale entiteit te vervangen, op zijn minst gedurende de onderzoeksfases.
(b) een collectief systeem van sancties tegenover de Staten die verantwoordelijk zijn voor ernstig en aanhoudend schenden van de door het statuut bepaalde verplichtingen.
Wat item (a) betreft, de oprichting van een internationale groep van detectives (het embryo van een actuele en eigen internationale politie) is raadzaam. Een dergelijke groep, die gemachtigd is met de volledige vrijheid van actie, beweging en zelfverdediging binnen de Lidstaten, zou het nodige onderzoek moeten uitvoeren op de juiste ogenblikken en manieren bekrachtigd door het ICC, evenals de transfers van het Gerechtshof.
Deze groep zou niet enkel een waarneembaar symbool zijn van de nieuwe orde van internationaal recht, maar ze zou ook voornamalijk de taken uitvoeren die nuttig zijn voor het Gerechtshof. Het bestaan van dergelijke groep zou in feite de doeltreffendheid van het volledige ICC systeem doen toenemen, dankzij een afname van zijn risico tot verlamming die toegeschreven kan worden aan het niet nakomen van de nationale samenwerking. Ze zou bovendien deze vervelende taken verbonden aan de transfers op zich kunnen nemen, wat de vele vertragingen in de activiteiten van het Gerechtshof veroorzaakt door de trage internationale bureaucratie. Er zou eventueel een coordinatietaak van verschillende nationale politiediensten door een dergelijke internationale onderzoeksgroep kunnen geleverd worden.
Wat item (b) betreft, de UN Security Council zou collectieve sancties moeten voorzien voor de Lidstaten op vraag van het Hof, in het bijzonder als, zoals we hopen, het ICC Statuut een integraal deel wordt van het UN Charter.
Dit mechanisme is, tot de totstandkoming van een coherent en functioneel systeem van internationale organisaties, een systeem waarvan de UN, bij gelegenheid hervormd en gedemocratiseerd, zou kunnen dingen naar de beslissende zetel. In elk geval is het belangrijk te benadrukken dat, zelfs indien het ICC Statuut een integraal deel wordt van UN Charter, geen enkele interventie van het UN Security Council in het Hof zou mogen plaatsvinden.