Ontwerp-aanbeveling ingediend overeenkomstig artikel 94 van het Reglement van het EP

door de leden...

over de harmonisatie van de wetgeving van de lid-staten inzake drugs

Het Europees Parlement,

A. overwegende dat het Ierse voorzitterschap de strijd tegen drugsmisbruik tot één van de prioriteiten van het komende half jaar heeft verklaard en dat de Raad opnieuw het belang heeft bevestigd om de studie over de harmonisering van de wetgeving van de lid-staten af te ronden,

B. overwegende dat het drugsbeleid op wereldniveau voortvloeit uit de Conventies van de Verenigde Naties van 1961, 1971 en 1988 en dat deze Conventies met name de produktie, handel, verkoop en consumptie van een groot aantal drugs verbieden, behoudens voor medisch of wetenschappelijk gebruik,

C. overwegende dat, ondanks de aanzienlijke middelen die zijn aangewend bij de toepassing van een dergelijk beleid, de produktie en consumptie van verboden drugs de afgelopen dertig jaar exponentieel zijn toegenomen, waardoor er sprake is van een regelrechte mislukking, hetgeen ook erkend wordt door de politie en het gevangeniswezen,

D. in het bijzonder overwegende dat:

* wat betreft de produktie en handel

- de groeiende winsten, die de misdaadorganisaties met de handel in illegale drugs behalen en die opnieuw worden geïnvesteerd in criminele activiteiten of in de legale financiële circuits, een dergelijke omvang hebben aangenomen dat de basis van de legale instellingen en van de rechtsstaat wordt ondermijnd, zelfs in de landen van de Europese Unie,

- de rentabiliteit van de handel in illegale drugs er alleen maar toe leidt dat steeds meer landen betrokken raken bij de produktie, waardoor enorme investeringen in het onderzoek en de produktie van nieuwe chemische drugs, ook binnen de Europese Unie, worden aangemoedigd,

- de vele middelen die worden ingezet om de handel in illegale drugs te bestrijden eigenlijk alleen maar hebben geleid tot een stijging van de verkoopprijs (crime tariff), waarvan alleen de georganiseerde misdaad profiteert, aangezien meer dan 90% van de drugs vrij in de wereld circuleren,

* wat betreft de sociale en gezondheidsaspecten en de consumptie

- de gebruiker van illegale drugs over geen enkele informatie beschikt met betrekking tot hun samenstelling en effecten; dat hij zich dientengevolge blootstelt aan risico's, met name overlijden door een overdosis en de besmetting met het AIDS-virus, die verder reiken dan het gevaar van de

drugs zelf,

- het illegale karakter van de consumptie van illegale drugs een vaak onoverkomelijke hindernis vormt voor de preventie- en hulpactiviteiten van de overheid en particuliere organisaties; dat het huidige beleid de gebruikers er dus toe veroordeelt aan de rand van de samenleving te leven, waar zij voortdurend worden geconfronteerd met de wereld van de misdaad,

- de georganiseerde misdaad zo te werk gaat dat het aantal gebruikers groeit en dat zij worden aangezet om van vrij ongevaarlijke drugs, zoals cannabis en afgeleide drugs, over te gaan op de zogenaamde hard drugs,

- de grote financiële behoeften, evenals de druk van de georganiseerde misdaad, de drugsgebruiker ertoe brengen zelf dealer te worden, waardoor hij op zijn beurt bijdraagt tot de verspreiding van het drugsgebruik,

* wat betreft de gevolgen voor justitie en het gevangeniswezen

- de toepassing van de repressieve normen op het gebied van drugs een steeds grotere, bijna onhoudbare druk uitoefent op het rechts- en gevangenisstelsel, zodat meer dan de helft van de Europese gevangenisbevolking vervolgd wordt voor delicten die direct of indirect verband houden met drugs,

- de uitvoering van het huidige drugsbeleid leidt tot het invoeren in de nationale wetgeving van normen die de individuele vrijheden steeds meer beperken,

E. overwegende dat in de parlementen van een groeiend aantal lid-staten een discussie gaande is over de vraag of het vigerende beleid gerechtvaardigd is,

1. bevestigt dat het beleid inzake een verbod op drugs, dat voortvloeit uit de Conventies van de Verenigde Naties van 1961, 1971 en 1988, er de oorzaak van is dat de schade die de produktie, handel, verkoop en consumptie van verboden drugs berokkenen aan grote delen van de samenleving, de economie en de instellingen, steeds groter wordt, door de negatieve gevolgen voor de gezondheid, de vrijheid en het leven van mensen;

2. beveelt de Raad en de lid-staten aan, het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving te verzoeken de kosten en baten op sociaal, economisch en gezondheidsgebied van het beleid dat door toepassing van de Conventies van de Verenigde Naties van 1961, 1971 en 1988 gevoerd is, te evalueren;

3. beveelt de Raad en de lid-staten aan, de positieve resultaten in overweging te nemen van het in verschillende lid-staten gevoerde beleid ter vermindering van het risico (met name door het verstrekken van vervangende middelen), waarbij het gebruik van bepaalde drugs volledig en de verkoop van cannabis en afgeleide drugs gedeeltelijk wordt vrijgegeven en waarbij sprake is van gecontroleerde distributie van heroïne;

4. verzoekt de Raad en de lid-staten, met het oog op een efficiëntere strijd tegen de georganiseerde misdaad en de drugshandel, om onmiddellijk:

a) een nieuwe reglementering in te voeren voor de produktie, verkoop en consumptie van cannabis en afgeleide drugs;

b) de sancties op de consumptie van andere illegale drugs af te schaffen;

c) een publiek controlestelsel in te stellen voor het aanbod van op dit moment illegale drugs, zodat deze ook door artsen kunnen worden voorgeschreven;

5. verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en aan de regeringen en de parlementen van de lid-staten.